Renovatieplicht voor residentieel vastgoed
Tegen 2050 moet de CO2-uitstoot van alle gebouwen drastisch worden gereduceerd om te voldoen aan de Europese doelstellingen om tegen dan het eerste “koolstofneutrale” continent te zijn. De Vlaamse regering boog zich vorige week over het uitvoeringsbesluit rond de renovatieplicht voor residentieel vastgoed. Voor niet-residentieel vastgoed is deze verplichting sinds 1 januari 2022 in voege. Het residentieel vastgoed kan natuurlijk niet achterblijven. Het doel is om deze verplichting op 1 januari 2023 in te voeren.
Wat houdt dit in?
Kort samengevat zal een nieuwe eigenaar van een residentiële woning (een huis, appartement, studio, …) vanaf 1 januari 2023 verplicht zijn om binnen de 5 jaar – te rekenen vanaf de datum van de authentieke akte – moeten voldoen aan een minimaal energieprestatieniveau. Bij aanvang is dat label D, zowel voor eengezinswoningen (huizen) als voor meergezinswoningen (appartementen, studio’s en kamers).
Vervolgens wordt deze minimale energieprestatie-eis met tussenstappen verder verstrengd, zoals aangegeven op volgende figuur:

Opgelet: Dit langetermijnpad geldt voor eengezinswoningen, appartementen én kleine niet-residentiële eenheden. Denk bijvoorbeeld aan een kleine handelszaak (max. 500m2) onderaan een appartementsgebouw.
Tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2045 verschillen de normen dus naargelang het aangekochte goed een huis of een meergezinswoning is: telkens liggen de eisen één label hoger bij de huizen.
Om controles mogelijk te maken, legt de regering de verplichting op om binnen vijf jaar na een authentieke aankoopakte een nieuw EPC te laten opmaken (waaruit moet blijken dat de energie-efficiëntie (voldoende) is verhoogd).
Uitzonderingen
Toch ook belangrijk: er zijn twee uitzonderingen voorzien. Zo is men vrijgesteld in geval van sloop binnen vijf jaar na de authentieke aankoopakte. Daarbij worden geen specifieke normen opgelegd in geval van heropbouw: logisch aangezien dergelijke heropbouw altijd onderworpen is aan EPB. De tweede vrijstelling is van toepassing op onroerend erfgoed.
Informatieplicht
De vastgoedmakelaar is verplicht de geïnteresseerde kopers te wijzen op het feit dat er een renovatieplicht geldt en dat ze daarover op de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap meer informatie kunnen terugvinden.
Deze informatieplicht zal gelden van zodra de authentieke akte na 31 december 2022 verlijdt.
Belangrijk voor de syndici!
Met ingang van 1 januari 2023 zal er zo een renovatieplicht gelden voor zowel residentieel vastgoed als alle types van niet-residentieel vastgoed. Uit de toelichting bij de draft van het BVR blijkt echter dat dit voor het VEKA nog niet het eindpunt is.
Meer bepaald spreken minister Demir en VEKA zich uit als voorstander van een renovatieplicht op gebouwniveau:
“Voor appartementen is het voorstel om vanaf 2030 een bijkomend traject te volgen, waarbij een minimaal gebouwlabel zal worden opgelegd aan het appartementsgebouw in zijn geheel los van verkoop. De berekening van dit gebouwlabel en de bepaling van het minimaal gebouwlabel vanaf 2030 is momenteel nog in onderzoek, dus hierover kunnen nog geen verdere wettelijke bepalingen worden ingevoerd. Dit gebouwlabel zal er mee voor zorgen dat het label voor een appartement kan worden gerealiseerd.”
Op deze wijze wordt de druk tot renovatie via diverse invalshoeken stevig opgevoerd. Wie niet mee wil, zal er eenvoudigweg toe worden gedwongen.
Sanctie
Wanneer na 5 jaar geen nieuw EPC is opgemaakt waaruit blijkt dat de woning aan de minimale energieprestatie-eis beantwoordt, zal het VEKA een administratieve geldboete (kunnen) opleggen van 500 tot en met €200.000. Het VEKA legt ook een nieuwe termijn vast waarbinnen de verplichting alsnog moet worden nageleefd. Bij gebreke daaraan wordt opnieuw een geldboete vastgelegd, alsook opnieuw een nieuwe termijn. En zo tot in het oneindige of tot wanneer de woning voldoet.
VEKA gaat overigens in haar berekeningen uit van een gemiddelde boete van €5.000. De handhaving verloopt efficiënt, aangezien ze kan gebeuren via de EPC-databank op quasi geautomatiseerde wijze.
